De Malus, wilde appel/vruchtappel/sierappel. Wij beperken ons tot het sortiment sierappels en dat zijn er al heel wat. Onderstaande beschrijvingen beperkt zich tot de soorten/cultivars, die op grond van jarenlange praktijkervaring mogen worden gerekend tot de beste, mooiste en gezondste want we spuiten de bomen nergens tegen. Door hun beperkte afmetingen zijn deze ook geschikt voor aanplant in kleinere tuinen en een appel laat zich prima snoeien. Mede doordat de Malus zich zo goed laat snoeien zijn ze verkrijgbaar als meerstam, halfstam en hoogstam. Daarnaast is er keuze in zijn natuurlijke groeivorm, kiest u voor een meer opgaande of juist breder type, treur of meer een ronde kroon vormend. Dan is er ook nog verschil in blad/bloemkleur en de vruchten. Bij enkele cultivars loopt het blad duidelijk bronskleurig tot bruinrood uit. Bij de meeste gaat dat zomers weer naar lichtgroen maar bij sommige blijft die kleur of komt het in de herfst weer terug. De bloemkleur loopt van wit naar roze en rood en alles wat daar tussen zit. Bij de appeltjes komen daar de kleuren geel en oranje nog bij. Door hun bloei zijn ze ook een goede drachtplant en de vogels zijn in de winter na wat vorst gek op hun vruchten. Een appelboom stelt weinig eisen aan zijn standplaats en zal het doen op de klei als ook op het zand, zon of schaduw. Uiteraard zal de boom beter groeien als zijn omstandigheden dat ook zijn maar dat geld voor alle bomen. Indien men enkele na elkaar bloeiende soorten bijeenplant, kan men zich verzekeren van 5 á 6 weken bloeigenot en daarna een kleur aan appeltjes.
